Welke vissen kiezen voor een buitenvijver?

• Een ideale omgeving creëren voor gezonde vissen
•  De verschillende vijvervissen
• De soorten aan de grootte van de vijver aanpassen

Om u te helpen bij het aanleggen van uw vijver, kunt u verwijzen naar het artikel « uw vijver aanleggen: handleiding ».

Een ideale omgeving creëren voor gezonde vissen

Voor het welzijn van de vissen moet de vijver op een zonnige plek worden geplaatst. De planten die aan de rand zijn geplant, zullen uw vissen tijdens de warme uren tegen de zon beschermen, evenals de drijvende waterplanten zoals waterlelies. Planten hebben ook het voordeel dat ze nitraten en fosfaten verwijderen en zo bijdragen aan het zuiveren van uw vijver. Maar veel vijvervissen, en met name koi-karpers, neigen ertoe om aan de wortels van planten te eten: u kunt stenen of een net rond uw planten plaatsen om ze te beschermen. Idealiter is het beter om uw vijver niet onmiddellijk naast een boom te plaatsen, omdat de bladeren die eruit vallen een belangrijke bron van watervervuiling zijn. Planten en dode bladeren moeten zo vaak als nodig is verwijderd worden.

Kleine vijvers hebben te maken met grote schommelingen in de kwaliteit van hun water en temperatuur. Het is belangrijk om de parameters te controleren met behulp van commercieel verkrijgbare kits. Grotere vijvers bieden vissen stabielere omstandigheden omdat hun groot volume de vervuilende stoffen verdunt. Voor de meest voorkomende vissen moet het water de volgende karakteristieken hebben *:

-pH tussen 7 en 8,5,

-Nitriet- en ammoniakgehalte onder de 0,1 mg/l,

-Nitratengehalte onder de 50 mg/l,

-Calciumcarbonaat tussen 100 en 300 mg/l.

Zorg ervoor dat u de filter regelmatig reinigt, omdat deze vrij snel verstopt kan raken. Voorzie ook een stevig net voor het geval u uw vissen moet vangen om ze te behandelen of te verplaatsen.

Uw vissen zullen in de vijver niet het voedsel vinden dat ze nodig hebben om het hele jaar te overleven. Daarom moet u ze voeden met een commercieel verkrijgbaar vijvervissenvoer. Voor de meeste vissen is 30% eiwitten nodig omdat het een belangrijke energiebron is. Dit voer kan in de vorm van vlokken, sticks, of korrels die drijven of zinken. De keuze hangt af van het type vissen dat u heeft; steuren en zeelten geven de voorkeur aan zinkend voer omdat dit bodemvissen zijn, karpers en winde eten eerder aan de oppervlakte en zullen de voorkeur geven aan drijvend voer. Als u slechts één type vis in uw vijver heeft, zijn er voeders specifiek geformuleerd voor elke soort. Koi-karpers en goudvissen zijn omnivoren, maar eten voornamelijk plantaardig voedsel.

Het is niet nodig om uw vissen elke dag te voeren, ze kunnen een tijdje vasten. Als uw vijver goed beplant is, kunnen de voedselbijdragen van buiten de vijver worden verminderd. Tijdens de warme maanden moet u uw vissen meer voeden, enerzijds omdat hun behoeften toenemen met de temperatuur, en anderzijds om ze voor te bereiden op de winter. Omgekeerd, onder de 8°C is hun metabolisme extreem vertraagd en het is onnodig om ze te voeden. In ieder geval, zorg ervoor dat u niet te veel voedsel geeft: als alles niet binnen 2 of 3 minuten is opgegeten, moet u het ongeconsumeerde voedsel uit de vijver verwijderen en in de toekomst de hoeveelheden verminderen.

Ten slotte, denk altijd aan een quarantaineperiode voordat u een nieuwe vis in uw vijver introduceert. Voor grote vissen kunt u bijvoorbeeld een kinderzwembad gebruiken, bedekt met een net om uw vis tegen roofdieren te beschermen. Vermijd directe blootstelling aan zonlicht en plaats de quarantainebak op afstand van de waterpartij. 

Het wordt afgeraden om een vis uit een wild milieu in uw vijver te introduceren vanwege het aanzienlijke risico op introductie van pathogenen en parasieten.

Eindelijk, net als bij aquariumvissen, laat de pas gekochte vis ongeveer twintig minuten in zijn zak zodat er een balans tot stand komt met de temperatuur van de vijver.

 De verschillende vijvervissen

De meeste vissen leven ongeveer vijftien jaar. Goudvissen en koi-karpers kunnen zelfs een leeftijd van 25 jaar bereiken als de omstandigheden optimaal zijn.

-          Goudvissen (Carassius auratus)

De gewone goudvis komt veel voor in vijvers. Het is een zeer resistente vis, die ook vrij snel reproduceert. Let dus op voor overbevolking. Eenmaal volwassen kunnen ze tot 30 of 40 cm lang worden, maar 20 centimeter is een meer gebruikelijke maat.

De Sarasa Komeet (rood en wit van kleur) en de Shubunkin (rood, oranje, zwart en wit) zijn twee kleine variëteiten die de 20 centimeter niet zullen overschrijden.

Andere soorten goudvissen (telescoop, leeuwenkop, zwarte maan) zijn gevoeliger voor extreme temperaturen, maar ook voor roofdieren omdat ze langzamer bewegen. Ze zijn kwetsbaarder en daarom minder geschikt voor het leven in een vijver.

Het is ook mogelijk om goudvissen in een aquarium te kweken en ze rond de maand mei in uw vijver uit te zetten.

- De Orfe (Leuciscus idus)

De Orfe is een zilverwitte vis, bekend om de proliferatie van andere vissen tegen te gaan door hun eieren op te eten, en van insecten door hun larven te consumeren. Ze eten ook plantaardige resten. De Orfe helpt zo het ecosysteem van uw vijver te reguleren. Het is een kuddevormende vis die in scholen leeft, wat betekent dat u minstens 5 individuen moet introduceren. Eenmaal volwassen kunnen ze tot 70 centimeter lang worden. De Orfe is een snelle vis, hij beweegt zeer snel en aan het wateroppervlak.

- De Zeelt (Tinca tinca)

Zeelten van vijvers zijn meestal Mongoolse Zeelten. Eenmaal volwassen bereiken deze vissen bijna 50 centimeter en leven voornamelijk op de bodem van de vijver.

- De Koi Karper (Cyprinus carpio)

De Koi Karper kan een zeer grote afmeting bereiken, variërend van 60 tot 90 centimeter lang. Deze vissen zijn tamelijk gemakkelijk te temmen en komen zonder moeite in contact met de mens. Dit is vooral merkbaar tijdens het voeren, omdat het niet ongewoon is dat koi's uit de hand komen eten. Ze kunnen samenleven met andere vissoorten zolang de grootte van uw vijver dit toelaat. Er bestaat een grote verscheidenheid aan Koi Karpers in een veelheid van kleuren: wit, zwart, rood, oranje, lichtblauw….

- De Steur (Acipenser ruthenus)

De steur kan meer dan 1 meter lang worden. Het is een bodemvis. Het heeft een grote vijver nodig met weinig algen en vegetatie.

- De Graskarper of herbivore karper (Ctenopharyngodon idella).

De Graskarper moet voor vijvers worden gereserveerd; deze vissen hebben een zeer grote wateroppervlakte nodig, die zelden beschikbaar is in het geval van sierlijke vijvers. Bovendien zijn ze herbivoor en consumeren ze onverschillig alle vegetatie in uw vijver, wat het evenwicht snel kan verstoren.

De soorten aanpassen aan de grootte van de vijver

Er zijn twee scenario's:

-of u heeft een voorgevormde vijver van plastic geïnstalleerd, die u commercieel heeft verkregen. Deze vijvers zijn meestal klein van formaat. U moet weten dat de minimale grootte voor de introductie van vissen 2,5 x 1 x 0,5 meter is. De diepte van 50 centimeter is de minimale diepte zodat vissen in de winter beschermd zijn. Met deze omvang van de vijver kunt u alleen goudvissen introduceren. Andere soorten zijn niet geschikt. U kunt rekenen op ongeveer 0,1 m³ water per goudvis.

-of u heeft de vijver laten bouwen, en afhankelijk van de grootte heeft u misschien meer keus wat betreft de te introduceren soorten. Een vijver van 3 x 2,5 x 1 meter* is het minimum vereist voor zeelten of koi karpers. De Orfes hebben een minimale oppervlakte van 20 vierkante meter nodig. U moet rekenen op 1 m³ water voor een enkele koi karper, een zeelt of een Orfe, wetende dat deze laatsten in scholen van minimaal 5 individuen leven. Wat betreft steuren zijn ze voorbehouden aan zeer grote vijvers, want een individu heeft ongeveer 15 m³ water nodig om volledig te gedijen.

U kunt ook andere dieren aan uw vijver toevoegen, zoals kikkers.

Pauline Denoeux

*W.Wilgoose (redacteur), BSAVA Manual of ornamental fish, tweede editie, Februari 2002, 312 p.