Hoe tem en hanteer je een knaagdier?

Het gedrag van knaagdieren

Het temmen van een knaagdier is vooral een kwestie van geduld. Laten we beginnen met enkele sleutelpunten over de fysiologie en het gedrag van knaagdieren:

- Sociaal leven: knaagdieren leven doorgaans in grote groepen met zowel mannetjes als vrouwtjes, maar dit kan variëren (de hamster en de chinchilla zijn solitair, terwijl muizen, gerbils, ratten en degoes de voorkeur geven aan gezelschap). Het concept van hiërarchie varieert afhankelijk van de soort: bijvoorbeeld, ratten zijn hiërarchische en territoriale dieren, terwijl muizen relatief vredelievende dieren zijn. Muizen zijn vrij rustig in de aanwezigheid van mensen, terwijl cavia's bijvoorbeeld erg bang zijn.

- Ritme: hoeveelheid slaap in het leven van een knaagdier varieert per soort (50% bij de hamster, 65% bij de rat, 32% bij de cavia). Sommige knaagdieren zijn nachtactief (de hamster en de chinchilla slapen overdag en worden 's nachts actief), anderen zijn dagactief (de degoe heeft activiteitspieken bij dageraad en schemering), terwijl anderen zich aanpassen aan het ritme van de eigenaar (de rat kan dag- of nachtactief zijn, afhankelijk van uw eigen ritme).

- Eetgedrag: huisdier knaagdieren eten over het algemeen door de hele dag zonder een specifiek voorkeursmoment. Sommige, zoals de cavia, maken specifieke geluiden tijdens de maaltijd. Vergeet niet dat knaagdieren de neiging hebben om voedsel op te slaan om voorraden aan te leggen.

- Zorg: knaagdieren zijn zeer schone dieren die veel tijd besteden aan hun toilet, een beetje zoals een kat.

Laten we nu een synthese maken van een aantal gedragingen van knaagdieren:

- Positieve gedragingen:

Zich wassen
Gapen en strekken
Spelen, capriolen uithalen, heen en weer naar het nest lopen
Eten en het opslaan van voedsel in de wangen
Het graven van tunnels in het zaagsel
Op de staven van de kooi knagen

- Negatieve gedragingen:

Het knaagdier draait zich om en laat de tanden zien: het is agressief en klaar om te bijten
Het heft een van zijn voorpoten op: het is klaar om te vluchten
Het platst zich tegen de grond en kruipt vooruit: het verkent behoedzaam het territorium
Het maakt trillingen, om de aanwezigheid van mogelijke obstakels te controleren
Het blijft onbeweeglijk liggen op de bodem van de kooi: het speelt dood bij aanwezigheid van roofdieren
Het staat op zijn achterpoten, spreidt de voorpoten en zet de wangen op: het is klaar om te vechten

Uw knaagdier komt thuis: hoe tem je het?

Wanneer uw dier thuiskomt, haast u niet om met uw knaagdier te spelen of te knuffelen. Geef hem tijd om te wennen aan zijn nieuwe omgeving (geuren, geluiden) en aan uw aanwezigheid. Laat hem 2-3 dagen met rust! Benader de kooi rustig en praat met een geruststellende stem, zonder uw stem te verheffen. Steek uw hand in de kooi zodat hij aan uw geur kan wennen. U kunt dan wat voedsel in de palm van uw hand leggen om het te temmen. Uw dier zal geleidelijk dichterbij komen en dit is het begin van een vertrouwensrelatie. Waarschuw hem voor uw nadering naar de kooi door hem met zijn naam te roepen of met het voedselzakje te schudden. Dit kan later ook erg handig zijn als hij in het huis is ontsnapt! Aai in het begin liever op het hoofd en de nek dan op de rug. Gaandeweg kunt u hem aaien voordat u hem een traktatie of zijn voedsel geeft.

Goed om te weten: wanneer uw knaagdier begint aan uw hand te likken, betekent dit dat het u vertrouwt.

Het hanteren van knaagdieren: wat ze niet leuk vinden

Het is belangrijk te onthouden dat de meerderheid van de knaagdieren solitaire wezens zijn. Zelfs als ze af en toe gezelschap en spelen waarderen, hebben ze altijd een voorkeur voor alleen zijn. Haal hem niet abrupt uit zijn kooi, u riskeert gebeten te worden. Vermijd zoveel mogelijk je hand in de kooi te hebben: dat is zijn habitat, hij kan bijten om zijn privacy te verdedigen.

Zelfs wanneer er een vertrouwensrelatie is opgebouwd, kan een knaagdier agressief zijn omdat het gestrest is. Deze stress is vaak gerelateerd aan lawaai. Het dier moet dus geplaatst worden op een rustige plek. Vermijd ook dat mensen die hij niet kent hem hanteren, en wees voorzichtig met kinderen, die heel zacht moeten zijn.

Knaagdieren, en vooral hamsters, haten het om gewekt te worden! Dit zal hem zeer agressief maken en als het herhaald wordt, zal uw dier uw aanwezigheid associëren met het wakker worden en u bijten bij elke benadering. Evenzo waardeert de chinchilla aaien weinig, in tegenstelling tot de cavia.

Dus, om hem eruit te halen of te hanteren, bied hem altijd uw hand aan zodat hij uw geur kan herkennen en weet dat hij niets te vrezen heeft. Pak hem nooit bij de staart, de oren of de nekvel: dat is pijnlijk! Plaats je handen in een kom en nodig hem voorzichtig uit om in je handen te klimmen. Wanneer het dier in je hand is, beperk hem dan zo min mogelijk en laat hem naar believen heen en weer gaan. Als het dier vertrouwen heeft, kun je hem zelfs over je heen laten lopen. Echter, voor kleine knaagdieren zoals de hamster, moet je oppassen om je handen niet te hoog te houden als hij erin zit: hij kan ernstig gewond raken als hij valt. Je kunt hem ook tussen je twee handen plaatsen, de ene bovenop de ander, zodat hij niet valt.

Weerbarstige kleine knaagdieren kunnen op twee verschillende manieren worden gepakt:

- Als uw knaagdier u vaak bijt of als u het van dichterbij wilt onderzoeken, kunt u hem stevig bij de nekvel pakken met twee vingers. Dit vereist enige ervaring, want het moet nauwkeurig gebeuren, anders riskeert u gebeten te worden of het dier te verwonden (vooral rond de ogen, als de huid van de nek te veel wordt uitgerekt). Gebruik deze techniek dus alleen in "noodsituaties". U zult uw dierenarts dit zien gebruiken.

- Als u hem niet uit zijn kooi kunt krijgen en u bijvoorbeeld moet schoonmaken, kunt u hem in een klein kartonnen doosje duwen, indien nodig met behulp van een stokje of een kartonnen buis om op afstand te blijven.

- Als u hem moet vasthouden maar hij niet agressief is, dan is dit het gebaar om te gebruiken:

Vergeet niet: als uw knaagdier u bijt, was en ontsmet de wond, zelfs als deze niet diep is. Knaagdieren kunnen inderdaad ziektes overdragen door een beet (pasteurellose, tularaemia, diverse parasitosen...)