Cavia: Alles wat je moet weten over deze kleine knager!

Schelmse, sociaal, vreselijk innemend en ontzettend sympathiek... zo kan je de cavia snel schetsen. Dit schattige knaagdier stevige en compacte dier met Zuid-Amerikaanse oorsprong wordt inderdaad gezien als een van de vriendelijkste huisdieren. Het zal dan ook niet lang duren voor je helemaal verliefd wordt. Wij vertellen je alles...

De gedomesticeerde cavia staat ook bekend als "guinees biggetje","Indiaas konijn" of meer affectief "chonchon" in de volkstaal. Om de naam "guinees biggetje" te verklaren moeten we teruggaan naar 1492 toen Christophorus Columbus, overtuigd ervan dat hij in India aankwam, voet aan wal zette in Amerika. Daar ontdekte hij deze grappige kleine knaagdieren wiens piepende geluiden hem aan varkens deden denken. Omdat hij dacht dat het om een inheemse soort ging, noemde hij ze eenvoudigweg "guinees biggetje".

In werkelijkheid werd dit dier eerst gedomesticeerd in de Andes door de Inca's die ze gebruikten voor offers maar ook als een zeer gewaardeerd gerecht. Later brachten de Spaanse conquistadores het guinees biggetje naar Europa waar het het trieste symbool van laboratoriumdieren werd om wetenschappers zoals Pasteur of Koch te helpen in hun experimenten. 

De cavia's hebben zo grote diensten bewezen aan de mensheid, onder andere bij het ontdekken van de Koch-bacil, verantwoordelijk voor tuberculose. Dankzij hen heeft de wetenschap enorme vooruitgang geboekt in voeding (vitaminen), genetica en toxicologie.

Tegenwoordig wordt de cavia niet meer gebruikt in laboratoria. Integendeel, het telt onder de meest geliefde NAC (nieuwe gezelschapsdieren) voor hun levendigheid, affectief karakter en hun sociale aard.

Deze middelgrote knaagdier met een stevig, solide en eenvormig lichaam meet tussen 15 en 30 cm lang en weegt tussen 300 en 800 g (zelfs 1 kg voor de grootste exemplaren). Het heeft 4 korte poten die eindigen in klauwen.

De vacht varieert per soort. Er zijn geen typische kleuren voor de cavia. Er zijn dus cavia's met effen vacht in zwart, wit, bruin, rossig, enz., of met een mix van verschillende tinten. Sommigen hebben kort en hard haar (Abessijnse cavia, rozet cavia), lang haar (Peruaanse cavia in zwart, rossig en wit), glad of angora haar en er zijn zelfs haarloze cavia's.

Het hoofd is vrij breed en driehoekig van vorm. De ogen aan elke kant van het hoofd zijn rond, zwart (soms rood) en glanzend. De cavia ziet niet recht voor zich, maar zijn kijkveld van 340° is ruim genoeg om snel roofdieren te herkennen.

Hij heeft 20 tanden die constant groeien. Ook heeft hij middelgrote oren en een zeer ontwikkeld gehoor waarmee hij frequenties kan horen variërend van 125 tot 50.000 Hz, ruim boven de menselijke capaciteiten. Zijn lijf eindigt met een minuscuul bijna onzichtbare staart. Zijn levensverwachting wordt gemiddeld tussen 5 en 8 jaar geschat.