Wanneer moet ik mijn hond laten vaccineren?
Vaccinatie, uitgevoerd door de dierenarts, garandeert de goede gezondheid van uw hond vanaf jonge leeftijd, en dat op lange termijn dankzij de herhalingsinjecties. Hoewel vaccinaties niet verplicht zijn, op één uitzondering na, is het een zeer sterk aanbevolen preventieve maatregel die uw dier kan behoeden voor ernstige virale of bacteriële ziekten, die soms dodelijk kunnen zijn.
Inhoudsopgave:
Wat zijn de belangrijke vaccins?
Normaal wordt een hond preventief gevaccineerd tegen drie belangrijke ziektes, de ziekte van Carré, de ziekte van Rubarth en parvovirose, en in sommige gevallen, tegen hondsdolheid:
- De ziekte van Carré: een dodelijke virus die alle interne organen van de hond aantast. Dit leidt dan tot een snelle achteruitgang van de gezondheid van het dier.
- De ziekte van Rubarth: het is een hepatitis die zeer ernstige oog- en spijsverteringsproblemen veroorzaakt.
- Parvovirose: een bijzonder resistent en besmettelijk virus. Deze ziekte manifesteert zich door spijsverteringsstoornissen, zoals diarree en braken.
- Hondsdolheid: een ziekte die op de mens kan worden overgedragen, hondsdolheid wordt overgedragen via speeksel of een krab van een besmet dier. Het treft direct het zenuwstelsel en is daarom vaak dodelijk.
Het vaccin tegen hondsdolheid is verplicht voor gecategoriseerde honden en voor dieren die naar het buitenland reizen.
Afhankelijk van de levenswijze van uw dier en uw woonregio, kan uw dierenarts u aanvullende vaccinaties adviseren die interessant zijn om uw hond te beschermen tegen andere ziekten: leptospirose, kennelhoest, babesiose of leishmaniasis.
Wat is de frequentie van vaccinatie?
Het is mogelijk om uw puppy vanaf 2 maanden te vaccineren. Daarvoor zorgen de antistoffen die zijn moeder via borstvoeding overdraagt voor zijn immuunbescherming.
Het is dus belangrijk om vanaf het spenen te handelen door hem met name te vaccineren tegen de ziekte van Carré, Parvovirose en de hepatitis van Rubart, die vaak gecombineerd worden in één vaccin, het CPH.
Over het algemeen vindt de eerste vaccinatie van de puppy in verschillende fasen plaats met een specifieke herhalingsfrequentie tot zijn eerste verjaardag.
De vaccinatie tegen hondsdolheid is mogelijk vanaf 3 maanden van de puppy en wordt gedaan met een enkele injectie, die na een jaar moet worden vernieuwd.
Eens de hond volwassen is, moeten de meeste vaccins jaarlijks worden vernieuwd, volgens een vaccinatieschema bepaald door uw dierenarts en genoteerd in het gezondheidsboekje van uw dier.
