Schipperke: Alles over deze kleine Vlaamse herdershond!
De Schipperke, deze kleine hond zwarte met een levendige blik en een compacte figuur, is een ware bundel van energie en loyaliteit. Afkomstig uit België, belichaamt deze "kleine schipper", zoals zijn naam in het Vlaams aangeeft, de briljante kwaliteiten van een attentieve waakhond en een aanhankelijke metgezel. Laten we samen de bijzonderheden van dit fascinerende ras ontdekken, van zijn oorsprong tot zijn specifieke behoeften, via zijn unieke karakter en zorgvereisten.
- 1 | Geschiedenis en oorsprong van de Schipperke
- 2 | Fysieke kenmerken van het Schipperke
- 3 | Karakter en gedrag van het Schipperke
- 4 | Voedingspatroon van de Schipperke
- 5 | Gezondheid en ziekten van de Schipperke
- 6 | Habitat en leefomgeving van de Schipperke
- 7 | Voortplanting en adoptie van de Schipperke
- 8 | Veelgestelde vragen over de Schipperke
1 | Geschiedenis en oorsprong van de Schipperke
Het Schipperke is een hondenras wiens wortels diep geworteld zijn in de geschiedenis van België. Zijn naam, wat "kleine schipper" betekent in het Vlaams, weerspiegeld al zijn nauwe band met de maritieme en rivierwereld.
Afstammend van de Leuvenaar, een primitieve zwarte herdershond uit de 17e eeuw, deelt het Schipperke gemeenschappelijke voorouders met de Belgische Herder. Aanvankelijk waren deze kleine zwarte honden zeer gewaardeerd in de regio's Brussel en Antwerpen om hun talent als knaagdierjagers en waakhonden.
Met de tijd verwierf het Schipperke een bevoorrechte plaats naast ambachtslieden, handelaren en Belgische schippers. Zijn kleine gestalte, behendigheid en waakzaamheid maakten hem een ideale metgezel om boten te bewaken, alsook ateliers en winkels.
De populariteit van het ras nam echt toe aan het einde van de 19e eeuw. In 1885 verwierf koningin Marie-Henriette van België een Schipperke tijdens een tentoonstelling in Brussel, waardoor het ras aan populariteit won buiten de Belgische grenzen. Drie jaar later, in 1888, werd de eerste rasvereniging opgericht en de eerste standaarden vastgesteld.
Ondanks zijn groeiende populariteit, was het Schipperke bijna uitgestorven na de Tweede Wereldoorlog. Aan het einde van het conflict waren er slechts drie gerenommeerde fokkers over in België. Gelukkig bleef de interesse voor het ras aanhouden in Engeland en Amerika, wat zijn behoud verzekerde.
De International Cynologische Federatie (FCI) erkende het ras officieel in 1954, waardoor het een geconsolideerde status kreeg op het internationale hondentoneel. Vandaag de dag, hoewel het Schipperke nog steeds een relatief zeldzaam ras is, blijft het hondenliefhebbers bekoren met zijn unieke karakter en onderscheidend uiterlijk.
Identiteitskaart van het Schipperke
- Wetenschappelijke naam: Canis lupus familiaris ;
- FCI-groep: Groep 1 - Herdershonden en veedrijvers (behalve Zwitserse veedrijvers) ;
- FCI-sectie: Sectie 1 - Herdershonden. Met werkproef ;
- Stam: Gewervelden ;
- Klasse: Zoogdieren ;
- Orde: Carnivoren ;
- Familie: Caniden ;
- Soort: Canis lupus ;
- Vachtkleur: Alleen effen zwart ;
- Grootte reu: 28 tot 33 cm aan de schoft ;
- Grootte teef: 25 tot 30 cm aan de schoft ;
- Gewicht reu: 5 tot 8 kg ;
- Gewicht teef: 3 tot 5 kg.
2 | Fysieke kenmerken van het Schipperke
Het Schipperke is een klein hondje met een compact en stevig